De economie in regio Amsterdam groeit dit jaar waarschijnlijk het hardst (2 procent) door de grote dienstensector, zoals IT-bedrijven, advocatenkantoren en adviesbureaus. Ook de regio Utrecht groeit om die reden. Dat staat in schril contrast met een aantal regio’s in landelijke gebieden, zoals Zeeuws-Vlaanderen, Delfzijl, de Achterhoek en Zuidwest-Friesland. De economie in die gebieden is meer afhankelijk van producerende bedrijven zoals de industrie, landbouw en woningbouw. Die krijgen het dit jaar waarschijnlijk moeilijker, waardoor deze regio’s rekening moeten houden met een krimp.
Vooral de IT-sector en de zakelijke dienstverlening doen het dit jaar goed. “Het aandeel van beide sectoren samen beslaat in en rondom de hoofdstad maar liefst een kwart van de totale economie, terwijl dit landelijk 14 procent is”, zegt Rogier Aalders van RaboResearch. “Dit draagt daar flink bij aan de hoge verwachte groei. In mindere mate gaat dit ook op voor Utrecht.” Tegelijkertijd verwacht Aalders een krimp in de landbouw, de logistiek, de industrie en met name de bouw. “Vooral in de productiesectoren is het economische vooruitzicht dus minder rooskleurig.” Naast eerder genoemde regio’s denkt Rabobank dat ook Oost-Groningen, Twente, Noord- en Zuid-Limburg, het IJmond-gebied en diverse Brabantse regio’s het moeilijk krijgen dit jaar. Deze gebieden hebben relatief veel industrie. Zuidoost-Brabant vormt hierop een uitzondering. “Hier verwachten we vanwege het sterke economische ecosysteem toch een behoorlijke groei.”
Bron: Economisch Kwartaalbericht – september 2024, Rabobank
