Het is nog te vroeg om in te zetten op de ondergang van koning dollar!

Gepubliceerd op 02/04/2024

De recente claim van de Franse president Emmanuel Macron voor een ‘Europese strategische autonomie’ botst met de realiteit: ‘de suprematie van de Amerikaanse dollar’. De gesprekken over de Chinese yuan die de Amerikaanse dollar uitdaagt als belangrijkste valutastandaard, zijn de afgelopen maanden geïntensiveerd. Zo hebben Frankrijk en China hun eerste LNG-transactie in RMB afgerond en zijn China en Saudi-Arabië overeengekomen een raffinaderij te bouwen voor 83,7 miljard RMB zonder betaling in USD. Dit is natuurlijk positief. Maar laten we eerlijk zijn, tenzij er een dramatische geopolitieke en financiële verschuiving plaatsvindt, zal het decennia of misschien zelfs langer duren voordat de RMB een serieuze concurrent wordt van de Amerikaanse dollar.

Is ‘de-dollarisatie’ mogelijk?

Volgens Joost Derks, valuta-expert bij iBanFirst, zal dit niet in de komende 10-20 jaar gebeuren. De eerste reden ligt voor de hand. De meeste wereldwijde schulden luiden in USD en om die terug te betalen, moet je toegang hebben tot Amerikaanse dollars. Dat geldt voor alle grote economische machten, zelfs voor China, waarvan zelfs de eerste leningen in het kader van de Nieuwe Zijderoute in USD werden uitgegeven om het project te financieren. Ten tweede zijn militaire hegemonie en monetaire macht sterk met elkaar verbonden. Hoe sterker de militaire banden van een land met de VS, hoe meer dat land afhankelijk is van de Amerikaanse dollar. Uit een studie van de Fed blijkt dat 75 procent van de wereldwijde Amerikaanse dollarreserves in handen is van landen met sterke militaire banden met de Verenigde Staten. Zelfs als de dollar minder zou worden gebruikt in de wereldhandel (wat overigens onwaarschijnlijk is), zou dat niet noodzakelijk betekenen dat de dollar zijn status als belangrijkste internationale reservevaluta (de voorkeursmunt waar overheden een deel van hun tegoeden in willen aanhouden) zou verliezen, juist vanwege de militaire hegemonie van de VS. Ten derde zijn er verschillende structurele factoren die een op de dollar gericht internationaal monetair stelsel ondersteunen (in plaats van een op de Chinese yuan gericht stelsel).

Laten we eens inzoomen op die structurele factoren: 

  • De dollar is extreem liquide, de yuan niet. 

Laten we even in de feiten duiken. Wat de handel in rentederivaten betreft, wordt in China’s yuan elke dag voor 30 miljard USD verhandeld. De USD doet er slechts 20 minuten over om dat volume te bereiken. China’s RMB zou er 77 jaar over doen om evenveel te verhandelen als de USD in één jaar. 

We kunnen ook kijken naar de FX-handel in elk land, in elke valuta. In 2022 verhandelt China evenveel FX als de VS in 1992 – het loopt dus 30 jaar achter (en waarschijnlijk meer, want dit is in nominale dollars). Zelfs als we Hongkong toevoegen, zal het nog tientallen jaren duren voordat de USD zijn dominante positie in valuta verliest.

– De yuan is gekoppeld aan de dollar. 

De Chinese overheid stelt dagelijks de bandbreedte van de yuan vast ten opzichte van de dollar en stuurt daarmee de koers van de yuan. De koers wordt dus bepaald door de overheid en niet de vrije markt.

– De Verenigde Staten zijn militair en economisch gezien nog steeds het machtigste land ter wereld.

  • De VS is ook de grootste olieproducent ter wereld.

Hoe ziet het internationale monetaire systeem er mogelijk over 10 jaar uit?

We stappen waarschijnlijk in een meer gedecentraliseerd mondiaal monetair stelsel waarin de Amerikaanse dollar de belangrijkste reservemunt zal blijven naast vele andere concurrenten, zoals de yuan en de euro. Dit is een gezonde en normale ontwikkeling voor de wereldeconomie, maar vooral voor de Amerikaanse economie. Dat zo veel landen afhankelijk zijn van de valuta van slechts één ander land is niet goed. Het creëert onevenwichtigheden, zowel voor hen als voor de Verenigde Staten. Er is echter nog een laatste punt dat de sterke dollartrend zou kunnen keren. We weten dat de hegemonie van de dollar de importmacht van de Verenigde Staten vergroot, immers een sterke valuta maakt importen relatief goedkoper. Maar dat heeft ook een keerzijde en is nadelig voor de concurrentiepositie van Amerikaanse bedrijven en drukt dus op hun exportvolume wat ten koste gaat van de totale binnenlandse industriële capaciteit. Kortom, de wereldwijde diversificatie van centrale bankreserves en geldstromen is slecht voor ‘USA the Empire’, maar niet slecht voor ‘USA the Country’.

Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer en is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies.

Meer weten? Neem contact op.