Onderhandelen kan!

Gepubliceerd op 17/01/2023

Regeren is vooruitzien. Het is een oud gezegde, maar gaat nog steeds op. Zeker in deze onzekere tijd en zeker voor de relatie met de financiers. In het traject van de aanvraag, de offerte en uiteindelijk het tekenen voor een financieringsovereenkomst, zijn er een groot aantal zaken waar je op moet anticiperen. En waar je over kunt onderhandelen.

Na het aanleveren van een grote hoeveelheid informatie, het beantwoorden van ontelbare vragen en het ondertekenen van een hele rits documenten (‘know your client’), ligt daar dan eindelijk de aanbieding. Het is verleidelijk om zo snel mogelijk je handtekening te zetten. De keuze voor de beste offerte wordt doorgaans gemaakt op basis van de hoogte van de rente, de afsluitprovisie en eventueel bijkomende kosten. In die laatste categorie valt de bereidstellingsprovisie op. Deze provisie wordt in rekening gebracht over het niet gebruikte deel van het krediet. De kosten worden uitgedrukt in een percentage dat al snel kan oplopen tot 1% per jaar. Hiermee vergelijkbaar is de kredietprovisie. Die wordt berekend over het deel van het werkelijke kredietgebruik in een periode. Het maakt een groot verschil uit of dit wordt berekend over het gemiddelde kredietgebruik of -wat we ook vaak zien- over het hoogste kredietgebruik in een periode. Kredietprovisie kan per maand, per kwartaal of per jaar in rekening gebracht worden. Ook hier geldt dat deze provisie kan oplopen tot wel 1% per jaar. Dit lijkt wellicht niet heel veel, maar zorgt bij de huidige rentestand toch al snel voor een kostenverhoging van 20% tot 25% per jaar. Bij een krediet van € 1 miljoen scheelt dat al snel zo’n € 10.000 per jaar! Het is daarom goed om niet alleen te kijken naar de debetrente maar ook naar de bijkomende rentecomponenten.

Het draait niet alleen om kosten

Bij een financieringsofferte draait het echter niet alleen om kosten, maar ook om de voorwaarden. Allereerst zijn dit de zekerheden. Bij een werkkapitaalfinanciering gaat het vaak om verpanding van voorraden en debiteuren. Een bank zal uit een soort van gemakzucht ook de bedrijfsinventarissen en het onroerend goed als zekerheid verlangen. Het is goed hier over te onderhandelen. Als de bank hiervan afziet dan kunnen deze activa gebruikt worden als zekerheid voor een andere, aanvullende financiering en is de onderneming ook minder afhankelijk van zijn bankier. Andere zekerheden waar niet te gemakkelijk over gedacht moeten worden, zijn de aansprakelijkheid van de holding en andere groepsmaatschappijen en zeker ook persoonlijke borgstellingen. Bij het aangaan van de overeenkomst lijkt dit wellicht een kleinigheid, maar wanneer de resultaten een aantal jaren later eens wat minder zijn, kan dit grote ongewenste gevolgen hebben. Dus ook hiervoor geldt: accepteer niet zomaar.

Aanvullende afspraken

Voordat je de handtekening onder de financieringsovereenkomst zet, is er nog een laatste punt om bij stil te staan. De convenanten. Dit zijn aanvullende financiële afspraken of doelstellingen waaraan je onderneming moet voldoen. Deze kunnen te maken hebben met de resultaten, met de balanspositie of een combinatie van beide. Een voorbeeld van de eerste soort is een minimum EBITDA, oftewel het bedrijfsresultaat voor rente, belastingen en afschrijvingen. Een andere is de Debt Service Coverage Rating: in hoeverre kan de onderneming haar rente- en aflossingsverplichtingen vanuit de operationele cashflow voldoen. Een voorbeeld van een balans-convenant is de minimum solvabiliteit. De door banken veelgebruikte Net Debt/EBITDA. Dit is de verhouding tussen het brutobedrijfsresultaat en het saldo van de rentedragende schulden. Vaak mag die niet meer dan 4 bedragen.

Toetsing

De convenanten worden doorgaans één keer per jaar getoetst op basis van de definitieve jaarrekeningen. Als een bedrijf op een bepaald moment niet aan de overeengekomen convenanten voldoet, is men in ‘default’. Dit is een contractuele opzeggingsgrond voor de financier. Meestal komt het de eerste keer niet zover. Een bank zal er echter niet zomaar overheen stappen. Zij heeft immers ook te maken met toezicht van DNB (Bazel 3). Wanneer de situatie tijdelijk is, verstrekt de bank een zogenoemde ‘waiver’ waarmee ze de situatie tijdelijk gedoogt. Hierbij kunnen voorwaarden gesteld worden, denk bijvoorbeeld aan een verbod op dividenduitkeringen of het doen van investeringen. Ook kunnen aan het verstrekken van een waiver kosten verbonden zijn, die op kunnen lopen tot wel € 25.000. Bijkomend probleem kan zijn dat de accountant weigert de jaarrekening vast te stellen voor zolang de bank de waiver nog niet verstrekt heeft. Wanneer een waiver wel verstrekt is, zal de accountant hierover een opmerking maken in de jaarrekening. Als de convenanten voor langere tijd niet gehaald worden, kan het bedrijf onder Bijzonder Beheer geplaatst worden en wordt vaak de debetrente verhoogd. Uiteindelijk kan deze situatie leiden tot het daadwerkelijk opzeggen van het krediet en het einde van de onderneming. Het zal duidelijk zijn dat je als ondernemer goed moet nadenken over de (bijkomende) voorwaarden en condities van een kredietovereenkomst, voordat de handtekening gezet wordt. Dit om problemen in de toekomst te voorkomen.

Meer weten? Neem contact op.