Zal het er dan toch van komen?

Gepubliceerd op 04/04/2023

In het voorjaar van 2020 was er enige ophef in zakelijk Nederland door het wetsvoorstel tot opheffing van het zogenoemde verpandingsverbod. Al vanaf 2016 pleitte de Nederlandse Vereniging van Banken voor deze wetsaanpassing. Zij deed dat samen met de FAAN, de vereniging waar de grotere Nederlandse factormaatschappijen lid van zijn. Eind 2019 zette de regering het onderwerp eindelijk op de agenda, gevolgd door een wetsvoorstel in 2020. Alleen bleef dit voorstel liggen bij de Tweede Kamer, omdat de wereld stilviel als gevolg van de Covid-19 pandemie. Onlangs is er weer beweging gekomen in het onderwerp. Op 28 november vorig jaar werd het voor het laatst besproken in de Tweede Kamer, waarna het de bedoeling is dat er een algemeen debat over komt. Voor zover we nu kunnen nagaan staat dit voor mei 2023 op de agenda.

Waar gaat het ook alweer over? 

Wanneer MKB-bedrijven financiering vragen bij een bank, dan verlangt deze laatste daarvoor zekerheden. Dit kan een hypotheek op het bedrijfspand zijn, maar ook de overdracht (verpanding) van de bedrijfsinventarissen, voorraden en debiteuren. Veel, met name grote, ondernemingen hebben echter in hun inkoopvoorwaarden een zogenaamd verpandingsverbod staan. Hiermee wordt de overdracht van de vordering van de MKB-onderneming op zijn afnemer verboden. Grote ondernemingen doen dit om niet geconfronteerd te worden met een nieuwe schuldeiser én om te voorkomen dat onduidelijk is aan wie bevrijdend kan worden betaald. 

Clausules nietig

Contractvrijheid is één van de pijlers onder onze economie, maar toch lijkt het erop dat de regering een stokje gaat steken voor deze bepaling. Aanleiding hiertoe is de inschatting van de FAAN dat door opheffing van het verpandingsverbod er tot wel € 1 miljard extra financiering voor het MKB beschikbaar kan komen. Dit komt doordat de vorderingen die onder het verpandingsverbod vallen nu niet gebruikt kunnen worden om financiering aan te trekken. Daar komt bij dat in een aantal andere Europese landen, waaronder Duitsland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk al de mogelijkheid om de overdracht van vorderingen in het zakelijk verkeer te verbieden beperkt of volledig afgeschaft is. Wanneer het voorstel wordt aangenomen is iedere clausule die verpanding van vorderingen tussen ondernemingen verbiedt, ‘nietig’.

Geen gelopen race

Het is nog geen gelopen race, het voorstel komt niet zomaar door de Tweede Kamer. VVD, CDA en D66 lijken wel voor te gaan stemmen en ook de CU lijkt wel mee te gaan. Aan de andere kant heeft een partij als de SP wel duidelijke bezwaren. Zij vond tijdens de behandeling van het wetsvoorstel dat leidde tot de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) al dat de positie van de banken in faillissementssituaties te sterk is. Ook vindt de SP dat aanname van dit wetsvoorstel kan leiden tot ongewenste vergroting van de schuldeconomie (sic).

Fingers crossed

Vanuit onze praktijk kan ik alleen maar hopen dat het voorstel snel wet wordt. We zien te vaak dat MKB-bedrijven zich niet optimaal kunnen financieren omdat één of meerdere van hun grotere opdrachtgevers zo’n verpandingsverbod hanteren. Ook de bankiers zien het als een hinderlijk en onzinnig verbod dat hun mogelijkheden beperkt. Omdat het wetsvoorstel erin voorziet dat overdracht van een vordering schriftelijk kenbaar moet worden gemaakt voordat het van kracht wordt, komt de wetgever tegemoet aan een belangrijk argument van de partijen die het verpandingsverbod hanteren. Daarom maar hopen dat onze maatschappij niet op korte termijn geconfronteerd wordt met een ernstige maatschappelijke verstoring waardoor de behandeling van dit wetsvoorstel weer opgeschort zou kunnen worden. Fingers crossed zouden wij willen zeggen.

Meer weten? Neem contact op.