Opheffing verpandingsverbod

Gepubliceerd op 07/09/2024

Begin dit jaar schreven we al een keer over het op handen zijnde verbod op de verpandingsverboden. Daarna is er gelukkig serieus beweging gekomen in dit dossier. Laten we eerst even het geheugen opfrissen! 

Door Fred Soers.

Veel bedrijven gebruiken hun debiteurenvorderingen als zekerheid om bij de bank financiering te kunnen krijgen. De laatste decennia zijn echter steeds meer, veelal grote, bedrijven deze mogelijkheid gaan verbieden. Dat doen ze door in hun inkoopvoorwaarden (die vaak prevaleren boven de verkoopvoorwaarden van de MKB-leverancier) een clausule op te nemen die het de leverancier verbiedt de rechten en plichten uit de overeenkomst over te dragen. Een variant daarop is simpelweg het verbod de vorderingen die ontstaan uit de overeenkomst te verpanden (“te bezwaren”). 

Waarom?

Waarom doen deze bedrijven dat? De reden is veelal dat ze niet geconfronteerd willen worden met een nieuwe schuldeiser waardoor onduidelijkheid zou kunnen ontstaan aan wie betaald moet worden. Dit met het mogelijk risico dat de debiteur gedwongen wordt om twee keer te betalen. Dit is op zich logisch, maar het gevolg is wel dat het MKB hierdoor sterk beperkt wordt in haar financieringsmogelijkheden. Er is wel eens becijferd dat het hier gaat om een bedrag van wel € 1 miljard.

Voorstel

Daarom is al in 2002 door toenmalig minister Sander Dekker een voorstel gedaan om deze mogelijkheid te verbieden. In de wandelgangen heet dit de Wet Opheffing Verpandingsverboden. Door allerlei oorzaken, we noemen slechts corona, is dit voorstel lange tijd onbehandeld gebleven. Totdat in juni van dit jaar ineens het bericht verscheen dat het voorstel in de Tweede Kamer behandeld was en met grote meerderheid is aangenomen. Alleen drie kleine partijen stemden tegen. Hun argumenten komen er kortweg op neer dat banken naar hun mening al voldoende zekerheden hebben en dat de kans dat concurrente schuldeisers iets van hun vordering terugzien bij een faillissement nog kleiner wordt. Over dit standpunt zou ik veel kunnen vertellen, maar daar gaat dit artikel niet over. 

Eind september Eerste Kamer

Om rechtswerking te krijgen, zal het ook nog door de Eerste Kamer moeten en daar staat het in ieder geval eind september op de agenda. De indiener omschreef het belang destijds als volgt: met dit voorstel wordt de kredietverlening aan met name het midden- en kleinbedrijf gestimuleerd. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor investeringen, innovatie en groei. Juist in deze economisch onzekere tijden is verruiming van kredietmogelijkheden en de liquiditeitspositie van groot belang voor veel MKB-bedrijven.

Geldt ook voor bestaande overeenkomsten

Het is goed om te weten dat de wet ook gaat gelden voor reeds bestaande overeenkomsten, dit met een overgangstermijn van 3 maanden. Nederlandse factormaatschappijen en ook veel MKB-ondernemers wachten met smart op invoering van deze wet. Laten we daarom duimen dat deze nog dit jaar in werking zal treden.

Meer weten? Neem contact op.